- lossen
- {{lossen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [ontladen] discharge ⇒ unload, empty2 [uitladen] unload ⇒ discharge, unship 〈bagage〉3 [losrijden] shake off ⇒ break away from4 [afschieten] discharge ⇒ shoot 〈wapen〉, fire5 [loslaten] release, set free 〈duiven〉; let go/out6 [aflossen] repay ⇒ redeem♦voorbeelden:05 de duiven werden om 8.3 0 gelost • the pigeons were released at 8.304 〈sport〉 een schot op (het) doel lossen • shoot at goalII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [ontladen worden] be unloaded ⇒ be discharged2 [achterop raken] fall behind ⇒ be left behind, be dropped♦voorbeelden:1 deze wagens lossen gemakkelijk • these vans are easy to unload2 bij de eerste klim al moeten lossen • be shaken off/dropped on the first climb
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.